Door Elisabeth van de Grift
Omwonenden en burgers nemen binnen formele besluitvorming rond energieprojecten een steeds prominentere en prangender rol in. Dit wordt ingegeven door aanhoudende lokale weerstand, maar ook door ontwikkelingen binnen beleidsdomeinen. Denk aan de op handen zijnde Omgevingswet, waarin participatie van burgers wettelijk wordt vastgelegd. Vorige week nog werd in de Tweede Kamer gediscussieerd over de huidige formulering van burgerparticipatie en het vrijblijvende karakter daarvan. Logisch dat er vanuit de wetenschap veel aandacht is voor omwonenden van energieprojecten. Maar wat vinden omgevingsmanagers er eigenlijk van? Zij organiseren tenslotte dit soort processen.
Burgers en energie
De energietransitie brengt grote veranderingen voor ons energiesysteem. De verschuiving van centrale naar decentrale energieopwekking draagt ertoe bij dat energie zichtbaarder wordt in ons landschap. Er ontstaat een groeiende behoefte (en noodzaak) voor omwonenden en burgers om mee te denken. Hoe gaat hun landschap, dat in een energielandschap verandert, eruitzien? Binnen de bestaande wetenschappelijke literatuur kijkt men voornamelijk naar burgers en omwonenden van energieprojecten. Veel onderzoek gaat over hoe burgers over verschillende soorten energietechnologieën denken of over het effect van specifieke participatieve besluitvormingsprocessen. Daarnaast is de kortzichtigheid van gebruik van het Not-In-My-Backyard-label (NIMBY) aangetoond. Een groep die binnen het energiedomein nog behoorlijk wetenschappelijk onderbelicht is gebleven, zijn initiatiefnemers en ontwikkelaars van energieprojecten. Over deze groep wil ik binnen mijn promotieonderzoek meer te weten komen.
Op het snijvlak van omgeving en organisatie
Hoe omgevingsmanagement en participatieprocessen worden vormgegeven en uitgevoerd, heeft impact op hoe omwonenden deze processen ervaren. Recent hebben wij een studie afgerond naar omgevingsmanagers in het energiedomein. Omgevingsmanagers begeven zich op een spannend snijvlak, namelijk dat van de initiatiefnemer en de omgeving. Zij vertegenwoordigen de initiatiefnemer en pogen een project tot stand te brengen in de omgeving. Hoe zien zij hun rol en verantwoordelijkheden? Voor deze studie hebben we Q methodologie gebruikt. Dat is een interviewmethode die je in staat stelt perspectieven op een bepaald thema in beeld te brengen. Deelnemers wegen een serie stellingen af ten opzichte van elkaar en brengen vervolgens een ranking aan. De stellingen over de praktijk van omgevingsmanagement zijn afkomstig uit interviews met experts en omgevingsmanagers.
De drie perspectieven
Uit onze studie komen drie perspectieven naar voren die leven onder professionals die zich bezighouden met omgevingsmanagement in het energiedomein. Het eerste perspectief beschouwt omgevingsmanagement als een mogelijkheid tot co-creatie met een omgeving. De eigen positie is die van intermediair tussen hun organisatie en de lokale gemeenschap. Het tweede perspectief ziet omgevingsmanagement als inherent onderdeel van projectmanagement. Omgevingsmanagement is een aanpak om het proces onder controle te blijven houden. Het derde perspectief draait puur om projectontwikkeling. Omgevingsmanagement wordt beschouwd als voorwaarde om aan wet- en regelgeving te voldoen.
Walk the participation talk
Perspectief 1 en 2 zou je kunnen zien als indicaties van een bredere verschuiving naar “meer” burgerparticipatie in het energiedomein. Uit perspectief 3 blijkt twijfel over de wenselijkheid van burgerparticipatie georganiseerd door private organisaties. Een goede vraag is in hoeverre (private) omgevingsmanagers verantwoordelijk zijn voor het betrekken van een omgeving bij projectplanning. In het verlengde daarvan rijst de vraag in hoeverre zij publieke waarden moeten vertegenwoordigen in de besluitvorming en in hoeverre zij daarvoor verantwoordelijk kunnen worden gesteld. Een uitdaging van andere aard die onze studie boven water brengt, is interne frictie tussen organisatiebeleid en uitvoering van omgevingsmanagement. Niet elke organisatie ‘walks the participation talk’, wat omgevingsmanagers voor de nodige uitdagingen stelt. Vanwege de spilpositie die omgevingsmanagers hebben en de rol die ze kunnen spelen in het bij elkaar brengen van verschillende soorten partijen en belangen zijn dit belangrijke thema’s om te bespreken binnen platformen zoals LEO.
Onder de noemer “LEO Onderzoekerspodium” schreef Elisabeth van de Grift deze blog voor het Lerend Platform Energy en Omgeving, deze werd gepubliceerd op www.platformleo.nl op 27 februari 2019.